Meer mensen wisselden van beroep

Meer mensen wisselden van beroep

Het aantal mensen dat wisselde van beroep is in 2021 licht gestegen, na een aanzienlijke daling in 2020. Daarnaast piekte in 2020 het aandeel mensen dat zonder werk raakte, waarna dit in 2021 weer afnam. Hierin zijn wel behoorlijke verschillen naar beroep. Dit blijkt uit de publicatie Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt 2022, waarin taken en vaardigheden van mensen centraal staan. Deze publicatie is een samenwerking van het CBS, TNO en externe onderzoekers.

In het tweede kwartaal van 2021 was er sprake van een lichte stijging in het aandeel mensen dat wisselde van beroepsklasse, na een daling in het tweede kwartaal van 2020. Het gaat hierbij om mensen die in het tweede kwartaal van het betreffende jaar in een andere beroepsklasse werken dan in het eerste kwartaal van dat jaar.

Verschillen in ontwikkeling
Er waren verschillen in de ontwikkeling tussen beroepsklassen in de jaren 2019, 2020 en 2021. Voor bedrijfseconomische en administratieve beroepen daalde het aandeel mensen dat wisselde van beroepsklasse in het tweede kwartaal van 2020 aanzienlijk, waarna dit in het tweede kwartaal van 2021 weer toenam tot iets boven het niveau van 2019.

Daarentegen wisselden werknemers met een dienstverlenend beroep in het tweede kwartaal van 2020 juist vaker van beroepsklasse dan in datzelfde kwartaal in zowel 2021 als 2019. Onder dienstverlenende beroepen vallen onder meer beroepen in de horeca, zoals kelners, koks en barpersoneel, maar ook reisbegeleiders en kappers. Deze beroepen hadden te maken met coronamaatregelen, zoals sluiting van de horeca en het niet mogen uitoefenen van contactberoepen zoals kappers.

Verder was voor agrarische beroepen en creatieve en taalkundige beroepen het aandeel dat wisselde van beroepsklasse in het tweede kwartaal van 2020 een stuk hoger dan hetzelfde kwartaal een jaar later.

Als het economisch goed gaat wisselen meer mensen van baan of beroep. Dat was het geval in de jaren 2015 tot 2020, waarin de arbeidsdeelname toenam en de werkloosheid afnam. Vóór de coronapandemie groeide het aandeel mensen dat wisselde van beroepsklasse tussen het tweede kwartaal van 2013 en het tweede kwartaal van 2019. Deze toename was relatief het sterkst bij managers, zorg- en welzijnsberoepen, commerciële beroepen en beroepen in de transport en logistiek. Bij die laatste twee (respectievelijk 4,7 procent en 4,5 procent) werd bovendien het vaakst gewisseld van beroepsklasse in het tweede kwartaal van 2019. In zorg- en welzijnsberoepen is het aandeel mensen dat wisselde van beroep doorgaans het laagst.

In 2020 raakten meer mensen zonder werk
Het aandeel mensen van 15 tot 75 jaar dat van het ene op het andere kwartaal zonder werk raakte, daalde van 3,2 procent in het tweede kwartaal van 2013 tot 2,6 procent in hetzelfde kwartaal van 2019. Deze daling was relatief het sterkst onder agrarische beroepen, waar dit aandeel tussen het tweede kwartaal van 2013 en 2019 halveerde van 2,6 naar 1,3 procent.

In 2020 piekte het aandeel mensen dat zonder werk kwam te zitten. Dit aandeel was in het tweede kwartaal 3,7 procent. Vooral mensen met een transport of logistiek beroep (8,5 procent) of een beroep in de dienstverlening (7,2 procent) kwamen toen zonder werk te zitten. Niet voor alle beroepsklassen was 2020 een piekjaar. Bij managers en degenen met een creatief of taalkundig beroep was in het tweede kwartaal van 2021 de uitstroom uit werk groter dan in 2020. Uiteindelijk daalde het aandeel mensen dat zonder werk raakte weer tot 2,3 procent in het tweede kwartaal van 2021.

Bron: Goedemorgen

Deel artikel